Ik zag voor het eerst in dat die verantwoordelijkheid nergens anders lag dan bij mijzelf, en zo volgde in de zeven jaren daarna een waanzinnige symfonie aan interventies, inspanningen, en experimenten om mezelf ‘beter’ te maken.
Ik verslond boeken, luisterde allerlei podcasts, volgde ijverig alle ‘productivity hacks’ die ik kon vinden, en vormde mijn mindset en gedrag naar de adviezen van experts in de self-help industrie.
En dit alles heeft absoluut zijn vruchten afgeworpen. Vandaag de dag heb ik meer in mijn leven om trots op te zijn dan ooit tevoren.
Mijn werk is mijn passie. Ik ben omringd door prachtige mensen. En ik ben gezonder dan ooit.
Maar toch, na al die inspanning, heb ik altijd het gevoel gehouden dat er iets ontbreekt. Dat ik nooit echt ‘beter’ werd.
Een reeks aan pittige gesprekken met mensen die me dierbaar zijn gaven me hierover een aantal belangrijke inzichten:
- Die onzekerheid van vroeger zit er nog steeds
- Het vormt me nog meer dan ik eigenlijk wil toegeven
- Ik doe mezelf maar ook anderen hierdoor enorm tekort
Zo sijpelt het door in mijn relatie, en zorgt het er voor dat ik vaker dan ik wil toegeven handel vanuit mijn eigen compensatiedrang dan vanuit liefde voor mijn partner.
Ook écht rusten vind ik lastig, omdat het er toe leidt dat ik nog vaak geconfronteerd word met het stemmetje in mijn hoofd dat van me verwacht dat ik eigenlijk ‘productief’ zou moeten zijn.
En het heeft effect op mijn vriendschappen, omdat ik het lastig vind om mensen echt ‘binnen’ te laten en een connectie te creëren voorbij oppervlakkige gezelligheid.
Hoe kan dat?
Dat je na al die inspanningen rondom persoonlijke ontwikkelingen nog steeds het gevoel kan krijgen dat je geen meter bent opgeschoten?
Dat je hele leven compleet anders is dan toen, maar dat diezelfde onzekere stem nog steeds vaker dan je lief is je gedachten en gedrag lijkt te kapen?
Een waardevolle analogie heeft me geholpen om dit beter te begrijpen.
Een analogie over het tuintje waar wij allemaal voor moeten zorgen.
Lees hier deel 2
Lees hier deel 3